De Lagenkarte van X.AK geeft een goed beeld van het verloop van de eerste gevechtsdag bij 207.ID.
Bron: Bundesarchiv-Militärarchiv Freiburg. Signatur RH 24-10/48K. |
De op dit kaartje aangegeven tijden zijn de Duitse, in Nederland was het 1.40 uur vroeger. Hierna zal Duitse tijd aangegeven worden als "xx.xx Uhr", Nederlandse als "xx.xx uur".
Langs elke aanvalsas is aangeduid welke groepen hier optrokken. Zie par.1.3 voor nadere gegevens over de indeling. Vlaggen geven de plaatsen van de commandoposten van elke grote eenheid aan.
De twee kleine vierkante vlaggen zijn van de regimenten IR 368 (in Doetinchem) en IR 322 (in Didam). De vlag van SSDF ontbreekt. De commandant SSDF was met de spitsen van I./ en III./SSDF in opmars buiten de grenzen van dit kaartje. In de avond van 10.5.40 betrok het vrijwel complete regiment met II./SS AR en de batterijen 10. en 11./AR 256 kwartieren in Renkum, ongeveer 5 km oost van Wageningen.
De driehoekige vlag is van 207.ID (in Zevenaar), de grote vierkante rechtsonder van X.AK (in Emmerich).
Vlakbij Emmerich het tactisch teken voor een eenheid artillerie. Dat was de groep Metger, met II./AR 207 en III./AR 311 en de rest van de divisiereserves (van Elten naar Loerbeek).
Linksonder de groep (R)AS 207, het versterkt eskadron wielrijders van de divisie (van Elten naar Doornenburg).
Bij Arnhem geeft een locomotiefje de groep pantsertrein, Zugspitze, aan (van Elten naar Arnhem).
Op de meest noordelijke route was het regiment gezet van Oberst Von Oesterreich, Kdr IR 368. In de spits bataljon II./SSDF, Kdr Stubaf Von Scholz. Hierbij ook 10./AR 256, een batterij (vier stukken) zwaar geschut 15.0 cm s FH 18. Ze vertrokken op de voor het begin van de Westfeldzug vastgestelde tijd (X-Zeit, 3.55 uur) vanuit Anholt naar Doesburg.
Op dezelfde lijn volgde nog een pantserafweerafdeling, Pz.Jäg.Abt.227. Het cijfer van deze eenheid is een foutje van de tekenaar. Het moet Pz.Jäg.Abt.207 (Gruppe Brückner) zijn.
Met grote vertraging (er moesten onderweg veel versperringen worden opgeruimd en noodbruggen gelegd), kwamen de eerste groepen van II./SSDF bij Doesburg aan. Het middenstuk van de schipbrug bleek verwijderd en tot
zinken gebracht. Rond 10.00 uur hadden zij vaste voet aan de overkant. Twee uur later, na opnieuw hevige gevechten om de andere posities in dit gebied op te rollen, werd Ellecom bereikt. Het duurde nog tot de avond voordat ook een groot deel van IR 368 over was bij Doesburg.
Op de westoever van de IJssel, tussen Ellecom en Rheden, werd nog weer een keer plaatselijk soms heftige tegenstand ondervonden. In de avond/vroege ochtend van 11.5.40 kon de voorhoede zich eindelijk bij de hoofdgroep van SSDF in Renkum voegen, ongeveer 12 km west van Arnhem.
Op de westoever van de IJssel, tussen Ellecom en Rheden, werd nog weer een keer plaatselijk soms heftige tegenstand ondervonden. In de avond/vroege ochtend van 11.5.40 kon de voorhoede zich eindelijk bij de hoofdgroep van SSDF in Renkum voegen, ongeveer 12 km west van Arnhem.
De groep Zugspitze onder bevel van Hauptmann d. Res. Neumann, Kdr I./IR 374, had het tot aan de IJssel gemakkelijker. Tegen 4.40 uur werd, zonder problemen onderweg, Westervoort bereikt. Maar de vooruit gezonden overvalgroep had de brug niet ongeschonden in handen kunnen krijgen. Die was in Didam ontdekt en gevangen genomen.
Enkele pioniers wilden toen de springladingen van de brug onschadelijk te maken. Ze kwamen voor de pantserdeur aan het begin van de brug te staan, en wilden die met een handgranaat forceren. Dat veroorzaakte alarm aan Nederlandse kant. De brug werd opgeblazen. De trein kwam onder hevig vuur, waarbij de locomotief een treffer kreeg. De wagons werden teruggehaald naar station Westervoort, troepen en materiaal daar uitgeladen buiten bereik van het Nederlandse vuur.
Gewacht werd toen op aankomst van de spitsen van de nakomende SS-groep. De situatie daar was zo (zie het volgend kaartje), dat een aanvalsgroep in het gebied even noord en zuid van de spoorlijn na de hoge IJsseldijk het open terrein van een brede uiterwaard moest oversteken, en dan pas bij de rivier was. Zo lang ook al onder vuurbereik van verschillende Nederlandse posities.
De voorhoede van de SS-groep stond onder bevel van Stdf Keppler, Stubaf Müller voor I./SSDF, en Ostubaf Wäckerle voor III./SSDF. Zij hadden de gemotoriseerde onderdelen vooruit gezonden en de rest opgedragen "alle greifbare" fietsen te vorderen om zo snel mogelijk te kunnen volgen. Voorop was waarschijnlijk een groep pantserverkenningswagens gezet met (delen van) I./ en III./ en 13., 14., 15., en 16./SSDF. Om ongeveer 5.40 uur bereikten zij Westervoort.
Gewacht werd toen op aankomst van de spitsen van de nakomende SS-groep. De situatie daar was zo (zie het volgend kaartje), dat een aanvalsgroep in het gebied even noord en zuid van de spoorlijn na de hoge IJsseldijk het open terrein van een brede uiterwaard moest oversteken, en dan pas bij de rivier was. Zo lang ook al onder vuurbereik van verschillende Nederlandse posities.
Uitsnede van een Nederlandse stafkaart. Bron: www.westervoort1940.nl. |
Volgens Hptm Neumann (groep Zugspitze) kwam Gen.Lt Von Tiedemann (Kdr 207.ID) persoonlijk de situatie bij Westervoort bekijken en bevelen geven. Bevel tot gereedstelling kwam rond 7.00 uur.
Eerst moest nog het fel verdedigend vuur vanuit Fort Westervoort, en de meest nabij gelegen opstellingen zuid en noord daarvan, tot zwijgen worden gebracht. Ondertussen werden de twee aanvalsgroepen gereed gesteld en de benodigde overgangsmiddelen aangevoerd.
Vanuit een stelling oost van Duiven, bij Plakse Straat (rechtsonder op de stafkaart), gaf 11./AR 256 vuursteun. Het zware vuur vanaf de overzijde van de IJssel moest toch worden uitgeschakeld door de eigen meegevoerde zware wapens, MG, IG, en Pak. Vooral MG en Pak boekten hierbij resultaat, met schietgattreffers. Rond 10.00 uur had de bezetting van Fort Westervoort zich overgegeven en waren de kazematten en andere versterkte posities in het beoogd overgangsgebied uitgeschakeld. Golf na golf werd overgezet, zware wapens door middel van een vlot op gekoppelde rubberboten. Even voor 12.00 uur had een groot deel van III./SSDF Arnhem bereikt. Tegen 16.00 uur was een 8 tons pontonbrug geslagen met materiaal van drie kolonnes. De rivier was hier 125 m breed.
Bij de opmars naar Wageningen werd op drie plaatsen flinke tegenstand ontmoet. In de westrand van Arnhem, bij Heelsum, en bij Renkum. Daar had het vijfde eskadron van het vierde regiment huzaren (5-4 RH) met opdracht om vertragend terug te gaan verdedigende stellingen ingenomen. Zij beschikten over wat pantserafweergeschut, mortieren, en mitrailleurs. De bij dit regiment ingedeelde pantserwagens (zes stuks), bewapend met een klein kanon en mitrailleur, sloten toegangswegen bij Otterloo en Ede af. Zij werden in het zuidelijk deel van de Veluwe niet ingezet.
Het kostte de spitsen van SSDF telkens weer moeite de weerstand van de vertragende pelotons huzaren te overwinnen.
Aan het eind van de middag bereikte de voorhoede Renkum. Daar werd bivak gemaakt. II./SS AR betrok stellingen zuid van de straatweg Arnhem - Wageningen. In de vroege ochtend van 11.5.40 betrokken de twee toegevoegde batterijen 10., en 11./AR 256, in Renkum stellingen noord van de straatweg.
Over het dagverloop bij de andere ingetekende eenheden valt niet zo veel te zeggen. RAS 207 omtrok Fort Pannerden en bereikte Doornenburg in de Betuwe, tussen de grote rivieren (Nederrijn en Waal). De groep Metger ging naar Loerbeek en wachtte daar op nadere bevelen. De groep Korpsreserve meldde zich op de commandopost van IR 322 in Didam en wachtte daar op nadere bevelen.
Over het dagverloop bij de andere ingetekende eenheden valt niet zo veel te zeggen. RAS 207 omtrok Fort Pannerden en bereikte Doornenburg in de Betuwe, tussen de grote rivieren (Nederrijn en Waal). De groep Metger ging naar Loerbeek en wachtte daar op nadere bevelen. De groep Korpsreserve meldde zich op de commandopost van IR 322 in Didam en wachtte daar op nadere bevelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten