donderdag 19 april 2018

3.6 Betuwe

In de Betuwe opereerde vanaf het begin Radfahr Aufklärungs Schwadron 207 (RAS 207, versterkt met twee pelotons licht infanteriegeschut), onder bevel van Hptm Von Diest. In de ochtend van 11.5.40 kwam er flinke versterking van Panzerjäger Abteilung 207 (PzJägAbt 207, min een sectie die Korpsreserve was) gecommandeerd door Maj Brückner. Nog zonder latere versterkingen waren dit samen ruim 900 man, behalve de wielrijders geheel gemotoriseerd. Zij beschikten organiek over:

36 pantserafweerkanonnen, verm. 3,7 cm Pak 36
8 stukken licht infanteriegeschut, verm. 7,5 cm le IG 18
6 lichte granaatwerpers, verm.5,0 cm le GW 36
25 lichte machinegeweren
2 zware machinegeweren

Dit blijkt (behalve voor de aanpassingen en de granaatwerpers die niet apart zijn aangegeven voor de wielrijders) uit het overzicht Kriegsgliederung 207.ID. Hieronder een uitsnede daarvan.


De groep beschikte over een groot aantal voertuigen. Naast een onbekend aantal auto's over minstens 44 halfrups-trekkers voor het geschut. Verder nog over motoren, waarvan 14 met zijspan
Hiernaast is het, op grond van Nederlandse gevechtsverslagen, mogelijk dat ook enkele vierwielige pantserverkenningsvoertuigen waren ingedeeld.

De versterkte Groep Brückner had als hoofdtaak de zuidflank van 207.ID beschermen. Eerste opdracht was Elst te bezetten, richting de linie Ochten - De Spees te verkennen, en het gebied tussen Elst en het Pannerdens Kanaal van vijand te zuiveren. 

Fort Pannerden lag, bezet door ongeveer 100 man Nederlandse troepen, in de rug. Het was bewapend met twee kanonnen van 7,5 cm opgesteld in een gepantserde en door beton gedekte galerij, 7 lichte en 2 zware mitrailleurs. Van de lichte mitrailleurs waren er vijf opgesteld in kazematten waarvan het beton nog vers was en waarop de beschermende laag aarde nog niet aangebracht. Hetzelfde gold voor de kanongalerij.
Het rivierbewakingsschip "Braga" patrouilleerde op het Pannerdens Kanaal. Het werd daar aan de grond gezet, en bracht voor de verdediging van Fort Pannerden een kanon 3,7 cm en een zware mitrailleur met waarschijnlijk ongeveer 20 man mee.
Dit maakte het aanvoeren van materiaal voor het slaan van een brug met 16 ton draagvermogen bij Westervoort voor 207.ID onmogelijk. Zwaar materieel moest daar dus nog worden verdeeld in kleinere lasten, of met andere middelen worden overgezet. In de avondmelding van X.AK van 10.5.40 was hierover al opgemerkt:

"Fort Pannerden noch Feind besetzt. Vorziehen der Behelfsbrücke nach Arnheim daher noch nicht durchfürbar."

De gebeurtenissen bij het oude fort kunnen aan de hand van het volgend kaartje worden geschetst.

Bron: Ministerie van Oorlog, "De strijd op Nederlands grondgebied", Deel III/2D.
In de vroege ochtend van 10.5.40 verschenen de eerste eenheden bij het pontveer tegenover Doornenburg. Enkele pantserwagens namen de kazematten onder vuur. Zij werden daar verjaagd door vuur vanuit de kazemat op de linkeroever. Vanaf 10.00 uur stak de groep RAS 207 met rubberboten en een militair veer over bij het peilhuis. Rond de middag werd geschut overgezet en opgetrokken naar Doornenburg. De hoofdmacht ging door naar Elst.
De volgende dag om ongeveer 8.00 uur verschenen 6 vliegtuigen boven het fort. Zij "doken" daarop en besproeiden het met mitrailleurvuur. In Doornenburg was versterking aangekomen en werden geschut en mortieren opgesteld, om zo nodig Fort Pannerden onder vuur te nemen.
Besloten werd eerst twee onderhandelaars te sturen, Oblt Dr. Speck en Lt Von Bonin. Zij gaven een ultimatum af waarin gedreigd werd met vernieling van het fort door Stukas, pantsers, en zwaar geschut. Alles zou al voor de aanval gereed zijn.
Deze actie (vaak betiteld als "Handstreich", overrompeling) beschrijven duitse documenten als volgt.

"Nur ein Zug der Panzerjäger-Abteilung unter Leutnant von Bonin, dem später noch ein Radfahrzug nachgeschickt wird, geht auf das Fort Pannerden von rückwärts vor. Das stark ausgebaute und mit schwerer Artillerie bestückte Fort hat bisher seinen Widerstand noch nicht aufgegeben, obwohl die deutschen Truppen schon in seinen Rücken stehen. [..]
Durch Vortäuse eines bevorstehenden Angriffs überlegener Kräfte mit Unterstützung von Sturzkampfflugzeugen gelingt es Leutnant von Bonin auf dem Verhandlungswege den Kommandanten zur Übergabe des Forts zu zwingen."

Deze woorden zijn weer van Hptm Rechlin, de Ic van 207.ID. Hij maakte bij zijn verslag het volgende schetsje dat ook het grote verband binnen de divisie laat zien.

Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Coll 401 Inv Nr 1309
De dreiging met pantsers en Stukas was waarschijnlijk behoorlijk overdreven. Tijdens de onderhandelingen cirkelden er wel weer (dezelfde ?) zes vliegtuigen boven het fort die in de ochtend duikvluchten hadden uitgevoerd en gemitrailleerd. Behalve de verkenningsvoertuigen die gemeld werden in Nederlandse gevechtsverslagen waren er geen pantsers. Geschut, vooral Pak, wel.
De commandant van Fort Westervoort, Kapt Westerveld, nam de bedreiging zeer serieus. Tegenover de overmacht die er inderdaad was en waarover ook geloofwaardige berichten waren binnengekomen was verdediging van het fort zinloos. De Nederlandse troepen waren teruggetrokken op de linie Ochten - De Spees. De inundaties waren gesteld, het fort had aanvoer van zwaar materiaal voor brugslag bij Arnhem twee dagen uitgesteld. Met die resultaten had het zijn functie in ruime mate en met eer vervuld. Er werd daarom besloten op de eis tot overgave in te gaan.

De groep Brückner trok hierna op naar de hoofdverdedingslijn in de Betuwe. Het zou nog twee volle dagen duren voor ook het volgende doel, de val van die linie, bereikt was.

Het verdere verloop van de opmars in de Betuwe wordt uitgebreid beschreven in het gevechtsbericht van II./IR 374. De Groep Brückner kreeg namelijk op 12.5.40 verdere versterking in de vorm van een infanteriebataljon (het al genoemde II./IR 374) en een batterij lichte artillerie, 10,5 cm le FH 16 van 5./AR 207. Deze werd moeizaam (met militaire veren in tien uur) bij Arnhem over de Rijn gezet.
Interessant is het gevechtsbericht vooral om de regels die beschrijven hoe een aanval volgens het boekje zou moeten verlopen.

"So muss ein Angriff unter schwierigsten Umständen gegen alle bisherige Ausbildungsgrundsätze angesetzt und durchgeführt werden, gegen die Regeln, die genaue Erkundung jeder einzelnen ständigen Kampfanlage, sogar der Schussrichtung der einzelnen Scharten verlangen, die überlegene und stärkste Artillerieunterstützung erfordern."

Het ging in de Betuwe en bij Wageningen, noodgedwongen, toch heel anders.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten