donderdag 26 april 2018

4.1 Dag 3, 12.5.40

Het verloop van deze derde gevechtsdag voor SSDF is vastgelegd in verschillende documenten. Kort, maar helder, in een stuk dat de 207.ID voor X.AK opstelde. Het kwam daar zondagavond, eerste Pinksterdag, om ongeveer 19.20 uur aan. Het geeft de stand van zaken weer, gezien door de ogen van SSDF en 207.ID. Hier volgt eerst een kaartje om een beeld te krijgen van de situatie op dit front. Daarna, in vertaling, de meest interessante passages uit het verslag "Verlauf des Tages, 12.5.40 (Pfingstsonntag)". Ook dit stuk is vermoedelijk opgesteld door Hptm Rechlin, de inlichtingenofficier van de divisie.

Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Coll 401, Inv Nr 1310
De divisie meldt onder punt 1. door, dat er van de bevolen nachtaanval om een doorbraak te forceren bij de Grebbeberg niets terecht kwam. Al bij de gereedstelling ontvingen de bataljons van SSDF zoveel vuur uit front en flank, dat de aanval niet doorgezet kon worden. Het verrassingselement leek ook verloren.
Hierop nam de top van 207.ID het besluit om een nieuwe poging te wagen in de vroege ochtend. Maar dan wel na een goede artillerievoorbereiding. En pas nadat het vuur uit de opstellingen bij de Grebbesluis en aan de Grift bedwongen zou zijn. De aanval begon na de middag, veel later dan gepland.
Over de situatie aan het begin van de avond wordt nog onder meer het volgende gezegd:

"1. Gemengde delen van II. en III./SSDF, ongeveer 4 Kp sterk, daarbij ook artilleriewaarnemers, hebben het oostelijk deel van de Grebbeberg in handen.Voor hen in de grendelstelling [m.z. stoplijn] nog vijand, ook noordoost hiervan [aan de Grift en in het tussengebied]. Sterk flankvuur van MG en artillerievuur maakt de aanvoer van versterkingen over de zwaar beschadigde Grebbebrug moeilijk. De eigen artillerie vuurt in hoofdzaak op de bunkerlinie noord en noordoost van de Grebbeberg.
2. IR 368 heeft de aanval bij [De] Klomp afgebroken op bevel van de divisie. III./IR 368 komt ter beschikking van de divisie en wordt naar Bennekom aangetrokken.
3. IR 322, zonder het eerste bataljon, wordt verplaatst van Bennekom - Kortenburg naar het gebied oost van Wageningen [om ingezet te worden bij hervatting van de aanval].
4. IR 374, zonder het versterkte tweede bataljon, gaat van Arnhem naar Oosterbeek. [..]
6. De divisie heeft onder haar bevel en ter beschikking gekregen:
Stab Artl Kdr 22 [Arko, Generalmajor Büchs], Beobachtungs Abt 30, Mörser Abt 735, en Rheinschutz Abt. 1."

Duidelijk is, dat de divisie rekening houdt met sterke tegenstand, ook met tegenstoten, in het bijzonder op het oostdeel van de Grebbeberg. X.AK schaalt nu voor het eerst de eigen inschatting op. In de Avondmelding van 11.5 stond nog:

"Tot nu toe in het algemeen geen hardnekkige tegenstand. Het gebied ten oosten van de Grebbe voor de 227. en 207. Divisie is blijkbaar door de vijand volledig ontruimd."

In de Tagesverlaufmeldung van 12.5 wordt het:

"De vijand biedt in de Grebbelinie aanzienlijke tegenstand. Vijandelijke artillerie schiet met ongeveer 3 batterijen."

Verder zijn voor de beeldvorming belangrijke punten uit dit document:

"Bij 207. Div., rekening houdend met de zware aanval op de Grebbeberg, draaglijke verliezen. [..]
Plan van het Korps: Voortzetting van de aanval op de Grebbelinie met 227. Div. bij Scherpenzeel, met hoofdas van de aanval [bij de] 207. Div. over de Grebbeberg naar Amerongen. [..]
Ingrijpen van enkele vijandelijke bommenwerpers in de strijd op de grond, zonder succes. [..]
De 16-tons noodbrug bij Arnhem zal waarschijnlijk in de avond van 14.5 gereed komen.
Tot de avond van 12.5 werden ongeveer 2.500 gevangenen gemaakt, daaronder 50 officieren."

In de Abendmeldung van 12.5 staat dan nog als belangrijke opmerking over de inzetmogelijkheden van de ontvangen versterkingen:

"Arko 22 met B. Abt. 30 en Mörser Abt. 735 zijn onder bevel gekomen van de 207. Div. De eenheden worden aangetrokken over Arnhem. Meet- en vuurgereed naar het zich laat aanzien 13.5 vroeg [in de morgen]."

Het ziet er naar uit dat Korps en Divisie de eigen kracht hebben over- en die van de tegenstander onderschat. Die conclusie wordt in de volgende paragrafen verder uitgewerkt en onderbouwd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten