woensdag 11 april 2018

3.2 Opdracht en uitvoering

Met gemengd gevoel trad SSDF in Renkum aan. De dagdoelen waren, tenminste in de ogen van de divisie, gehaald. Ze waren daar in het Divisionsbefehl Nr. 3 voor geprezen, maar niet eens als eerste, dat stak ongetwijfeld bij Stdf Keppler:

"De divisie heeft met de onder haar bevelen geplaatste eenheden vandaag een volledig succes behaald [..] De Groep Von Oesterreich bevindt zich in de aanval op Dieren - Ellekom. De Afd. Brückner heeft volgens de bevelen de omgeving van Angerloo, de Groep Neidholt de omgeving van Didam, bereikt. De Groep Keppler heeft de overgang van de IJssel bij Westervoort afgedwongen en met III./SS Arnhem genomen. AS [RAS 207] heeft zich noordwest van Pannerden de overgang over het Pannerdens Kanaal bevochten."

Laat in de middag van de vorige dag was dat bevel ontvangen met een nieuwe situatiebeoordeling als bijlage. Die ging er - onveranderd - van uit dat de in de Grebbelinie geplaatste divisies snel zouden terugtrekken op de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Van daaruit een krachtige verdediging zouden voeren, nog geholpen door de uit België opgetrokken geallieerde legereenheden.
Het opgegeven doel leek niet al te moeilijk:

"De SS Groep Keppler trekt na het gereed komen van de noodbrug bij Westervoort over de IJssel, stoot door in de richting van Wageningen, neemt de voorpostenstellingen van de Grebbelinie west van Wageningen, neemt afhankelijk van de situatie vannacht met een verrassende overval de Grebbelinie, of bereidt voor morgen vroeg een planmatige aanval daartegen voor."

Gehinderd door de huzaren tot west van Renkum zou van een verrassende overval niets komen. Dat was veel te riskant in het donker. Het werd dus een zo goed mogelijk voorbereide aanval. Het terrein van het voorpostengebied leek niet al te moeilijk. Dat was in de voorgaande maanden vanuit de lucht en vanaf de grond verkend, er waren daar alleen maar veldversterkingen. Op vooroorlogse luchtfoto's (nog zonder de later ingerichte stellingen) zag het er zó uit:

Bron: WUR Speciale collecties, Nr. 1717 en 1823
De onzekerheid knaagde waarschijnlijk toch nog wel op veel punten. Met vragen als: Waar zouden de huzaren zich nu genesteld hebben ? Zou Wageningen sterk verdedigd worden ? Waar lagen in het gebied van de voorposten precies alle verdedigende posities ? Hoe waren de vuursectoren  daar, van vooral de vijandelijke mitrailleurs en infanteriegeschut ? Waar stond al het hollandse geschut ? Zouden de bataljons van SSDF voldoende vuursteun kunnen krijgen ?

Keppler vroeg, wat het laatste betreft, bij de divisie om meer artillerie. Hij kreeg naast de afdeling 10,5 cm le FH van II./AR SS en de twee batterijen 15,0 cm s FH van 10./ en 11./AR 256 er nog een (bespannen) afdeling 10,5 cm le FH van III./AR 207 voor directe steun bij toegezegd.

Vanuit Renkum stuurde SSDF bij het aanbreken van de dag verkenners vooruit om vast te stellen of en waar er zich nog vijandelijke troepen in het voorterrein zouden bevinden. De ontvangen berichten waren gunstig, er was geen vijand aangetroffen. 
Vroeg in de ochtend begon het versterkte regiment aan de opmars. Volgens het KTB en andere beschrijvingen volledig ontplooid. Voorafgegaan door de Kradschützen van 15./SSDF, vermoedelijk versterkt met enkele secties zware mitrailleurs, infanterie- en pantserafweergeschut, en de vier pantservoertuigen. Achter deze verkennende voorhoede I./ en III./SSDF, gevolgd door het tweede bataljon.

Het KTB van SSDF stelt (opgelucht ?) vast dat de huzaren in de nacht verdwenen waren uit de stellingen in het bosgebied west van Renkum (op de Wageningse Berg). Het beschrijft dan een fictieve zware strijd bij de aanval op Wageningen, compleet met gevechten in de stad zelf. Fictief en zelfs tegen beter weten in, want SSDF meldde aan de divisie óók door dat Wageningen vrij van vijand en door de civiele bevolking ontruimd was aangetroffen.
Misschien kwam het verzonnen verhaal in het KTB terecht om aannemelijk te maken dat de aanval op de Grebbelinie niet  (zoals opgedragen) al in de ochtend van 11.5.40 kon beginnen.
Mogelijk waren de plannen niet op tijd gereed. In elk geval kostte de opmars en het hergroeperen, daarna het in handen krijgen van het voorpostengebied, nog bijna een hele dag.
De beloofde extra afdeling artillerie die in de plannen van Keppler voor steun aan III./SSDF bedoeld was, kwam niet op tijd beschikbaar. Deze bespannen afdeling moest uit Bennekom aangetrokken worden. Ze had de vorige dag (zoals uit een divisiebevel en een telefoonbericht blijkt) verkend tot de lijn Otterlo - Ede - Renkum en had in Bennekom overnacht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten