De communicatie tussen Korps, Divisie, en Regiment verliep, afhankelijk van de situatie, langs verschillende kanalen.
Eerste mogelijkheid was direct contact. Officieren in sleutelposities ("bevelsontvangers") werden dan opgeroepen om op het hoofdkwartier te komen, om van hun chefs nieuwe bevelen in ontvangst te nemen. Dit was de voorkeursroute.
In dringende situaties waren er andere oplossingen. Dan gingen bevelen of meldingen telefonisch, per telex, of over de kortegolfzender vooruit. Getekende documenten (de schriftelijk vastgelegde bevelen of meldingen) werden per ordonnans nagezonden, op lijsten geregistreerd, en bij de KTB's in mappen opgeborgen.
In de opmars naar Wageningen en bij latere verplaatsingen waren kilometers telefoonkabel gelegd. Hiermee hadden de commandanten aan het front een lijn over enkele schakelpunten naar het veldhoofdkwartier van het Korps. De hoofdverbindingen vormden een sternetwerk. Dat zag er op 12.5.40 zó uit.
De eindpunten van de veldtelefoonlijnen zijn in dit schema aangegeven met schuilnamen. Van boven naar onder en van links naar rechts stonden die voor de volgende eenheden:
Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Collectie 401, Inv Nr 1932 |
Azalee - IR 368, Ede
Mandelbaum - AR 207, Wageningen (voorpostengebied)
Hubertus - SSDF, Wageningen (voorpostengebied)
Kobold - Gruppe Brückner, Elst
Banane - IR 322, Bennekom
Arko - Arko 22, Wageningen (Wageningse Berg)
Unkenruf - I./IR 322, Oosterbeek
Seestern - ID 207, Wageningen (Wageningse Berg)
X.AK - X.AK, Velp (veldhoofdkwartier)
Landsknecht - IR 374 (Oosterbeek)
Emmerich - X.AK (hoofdkwartier)
In het veld werden ook wel lichtsignalen met seinpistolen gebruikt. Hierbij was de betekenis van de mogelijke kleuren:
Rood - Vijand valt aan (we liggen onder vijandelijk vuur)
Wit - Hier zijn wij
Groen - Wij vallen aan (eigen vuur naar voren verleggen)
Een en ander betekent, dat het Duitse leger minder kwetsbaar was voor uitval van verbindingen, met name van telefoonlijnen. Er waren altijd minstens twee alternatieven. Kwetsbaarheden waren er nog wel. Vooral in het tijdig uitvoeren van verplaatsingen. Daarnaast was er tot in de eindfase niet voldoende vuurkracht om verdedigende posities definitief uit te schakelen. Daar bleef de divisie moeite mee houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten