maandag 30 april 2018

4.4 Verplaatsingen

Op papier leek het zo eenvoudig. Enkele verplaatsingen en opnieuw in de aanval. Nu met heel SSDF. Voor flankbeveiliging aan de kant van de Rijn werd het bataljon I./IR 322 (Maj Freyher) ingezet. Maar er zat meer aan vast. De nog ontbrekende eenheden moesten worden aangetrokken. Het nieuwe geheel gehergroepeerd. Eenheid na eenheid, van voor tot achter, gereedgesteld. Om dat te realiseren moest nog veel gebeuren. In de eerste plaats moest iedere onderbevelhebber te horen krijgen wat zijn taak werd en waar zijn eenheid opgesteld moest worden. Dat vroeg al veel tijd.

Otto Kumm (Hstuf 12./SSDF) bespreekt de situatie (Bron: www.grebbeberg.nl)
Het naar voren halen van II./SSDF (Stubaf Von Scholz) en het vanuit het gebied bij Bennekom aantrekken van bataljon I./IR 322 (Maj Freyher) zal nog wel het langst hebben geduurd. Beide bataljons moesten trossen en al eerder gereedgestelde troepen passeren. Bataljon Freyher helemaal van noord naar zuid. Bataljon Von Scholz van oost naar west. Het volgend kaartje geeft die verplaatsingen in grote lijnen aan.
Bron: O. Weidinger, "Division Das Reich", pag. 48
Vooraan moest veel gehergroepeerd worden. Bataljon Müller kreeg wat extra zware wapens uit andere eenheden. MG, IG en Pak. Dat moest door de linies heen naar voren gehaald worden. Die aanvullingen waren hard nodig om het hinderlijke vuur vanuit de opstellingen aan de Grift te kunnen onderdrukken als de aanval ingezet werd. Bataljon Von Scholz was op 11.5.40 nog in reserve gehouden en moest nu ook echt in de slag. Ook dat vroeg de nodige hergroeperingen in de beperkte ruimte van het voorpostengebied. Bataljon Freyher werd daarom ook vlak langs de Rijn (door de Buitenwaarden) aangetrokken.

Dan de gereedstelling. Die had blijkbaar, net als de verplaatsingen van de artillerie en het inschieten (hierover in de volgende paragraaf meer), de hele ochtend gekost.
Weidinger beschrijft het dagverloop tot ongeveer 21.00 uur zo in "Division Das Reich" (pag. 47 - 50):

"In de tussentijd [tot na de middag] heeft het regiment [SSDF] zich opnieuw voor de aanval gegroepeerd. Ook de pioniers staan met hun materiaal gereed. Zuid van de straatweg Wageningen - Rhenen, hoofdstootrichting naar het westen, moet het III./DF de aanval openen. Het II./DF volgt links, naar achteren gestaffeld, met de opdracht na het III./DF de Grift te overschrijden en dan rechts naast het III./DF (noord van de straatweg) over de Grebbeberg naar Rhenen aan te vallen. Het I./DF blijft in het begin noord van de straatweg ter beschikking van het regiment om dan in de nastoot het bereikte resultaat van beide [in de spits gezette] bataljons meteen te kunnen uitbreiden. [..]
Om 12.40 uur springt het eigen vuur op tot orkaankracht en de stoottroepen van III./DF, dicht daarop gevolgd door de pioniers van 16./DF met hun Floβsäcken, stormen naar voren, bezield door één gedachte: Dicht op het eigen artillerievuur. Dan wordt het dorststukje kort, zoals de infanterist dat noemt, die hij zonder bescherming van het eigen artillerievuur moet afleggen. 
Voor een deel over de laatste balken van de opgeblazen brug over de sluis, voor een deel op Floβsäcken, dringen de stoottroepen de Grebbeberg op. Twee pantserverkenningsvoertuigen van 15./DF rijden in schietpositie en helpen door goed liggend puntvuur op de schietgaten van de versterkte opstellingen. Maar de wil om zich te verdedigen is bij de tegenstander nog niet gebroken. Uit de tot nu toe nog niet uitgeschakelde gevechtsopstellingen ratelt frontaal en vooral flankvuur op de aanvallende compagnieen. [..]
Vlug komt het II./DF erbij, groepeert zich rechts naast het IIIe bataljon voor de aanval, en tegen 14.20 uur is de oosthelling in de hand van het regiment. Pantserverkenningsvoertuigen en motoren met zijspan brengen in gedurfde ritten nieuwe munitie naar voren en nemen op de terugweg hun gewonde kameraden mee.
Het I./DF is noord van de straatweg ook voor de aanval aangetreden, schakelt in taaie strijd bunker na bunker uit en bevrijdt daarmee de twee andere bataljons van het flankvuur uit deze stellingen.
Maar van het westdeel van de Grebbeberg, uit de derde vijandelijke stelling, opent de tegenstander opnieuw het sterke vuur op de compagnieen van II. en III./DF, die zo langzamerhand nog maar langzaam vooruit komen. Want het voorwaarts stormen heeft fysieke kracht gekost. Buiten adem, bezweet en bevuild, presteren de mannen het toch om tegen 17.30 uur de hoogte van de Grebbeberg te bereiken. Maar hier blijft de verdere aanval voorlopig liggen. Vlug groeperen de pelotons, groepen en compagnieen zich van de bataljons, want de Hollanders zetten tegenstoten in, maar die kunnen worden afgewezen. [..]
Met de voorste delen heeft IR 322 ondertussen Wageningen bereikt. Het I./IR 322, commandant Major Freyer, die moet worden aangetrokken om de aanval voort te zetten, wordt door Oberführer Keppler tegen 20.20 uur verwacht en stevig ingepland in de overwegingen voor de verdere uitvoering van de aanval."

Om zich te dekken tegen het felle tegenvuur graven de troepen zich op verschillende plaatsen in. Langs de straatweg op de Grebbeberg lag een rij van schuttersputjes.

Op de geplande tijd wordt de aanval hervat met drie voorcompagnien. Van links naar rechts 11., 10., en 9./DF, elk gesteund door een peloton zware mitrailleurs van 12./DF. Een klein deel van de rechter compagnie onder de persoonlijke leiding van Wäckerle weet door te breken. Ook andere kleine groepjes zijn daarin geslaagd. Wäckerle (bij de aanval tweemaal gewond) verschanst zich met de verzamelde mannen in het laatste huis voor het opgeblazen viaduct van Rhenen. Het lukt deze geïsoleerde groep niet meer verder terrein te winnen. Eerst moet versterking worden aangevoerd.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten